Gevangen in tijden van transitie

Maurice Jansen
7 min readFeb 6, 2019

--

Een meisje dat na de zomervakantie op de stoep gaat zitten en de wereld laat zien dat ze het zat is. Haar toekomst gaat naar de haaien omdat wij niets doen tegen klimaatverandering. Zomaar een nieuwsflits uit augustus van vorig jaar. Ach, morgen heeft niemand het er meer over, zullen de meesten hebben gedacht. Na een vlammend optreden tijdens de COP24 in Katowice en een nog feller optreden op het miljardairsfeestje van het World Economic Forum is niets minder waar. Scholieren en studenten gaan massaal de straat op. In Nederland lijkt het nog niet zover, maar de golf van jeugdig verzet komt steeds dichterbij. Gisteren vroeg mijn zoon van 14 tijdens het avondeten of hij naar de ‘klimaatbijeenkomst’ mag in Den Haag. Het klimaatdilemma lag letterlijk op mijn bord.

Is het klimaat dilemma de splijtzwam van onze samenleving?

Wat de jeugd ons verwijt is apathie: “wetende dat de wereld in brand staat zou je mogen verwachten dat iedereen massaal aan het blussen slaat. Maar toch gebeurt dat niet. Er is geen tijd meer”, schreeuwt Greta en met haar nog duizenden andere kinderen. Tegelijkertijd is er het tegengeluid, dat vooral alles bij het oude willen laten, een mix van aardsconservatisme en hyperindividualisme. Niemand vertelt deze mensen wat ze wel of niet moeten doen of laten. Vrijheid, blijheid en na ons de zondvloed. Zeker met die honderden maatregelen uit het ontwerpklimaatakkoord op komst schreeuwt dit kamp zich de longen uit het lijf met twitter als welkome uitlaatklep. Is deze discussie rondom het klimaatakkoord de definitieve splijtzwam in de samenleving? Jong tegen oud, links tegen rechts, arm tegen rijk, klimaatridders tegen klimaatbarbaren? Wat is hier aan de hand en waarom is de Nederlandse samenleving niet langer in staat zich te verenigen achter een gezamenlijke toekomst?

Foto: Unie van Waterschappen

Dit probleem laat zich niet gemakkelijk verklaren en nog minder snel oplossen. Laten we toch een poging wagen te verklaren wat er aan de hand is en waarom wij die knop naar ‘zero emissions en zero waste’ in Nederland niet zomaar kunnen of willen omzetten. Eerst een stukje theorie. We hebben hier te maken met zgn. sociale dilemma’s. Dit fenomeen is te herleiden op het Prisoner’s dilemma, een elementair voorbeeld van spel theorie, wat dateert uit de jaren ’50 van de vorige eeuw. Een korte uitleg leest als volgt: waar twee gevangenen kiezen voor het eigenbelang, gaat dit ten koste van het gemeenschappelijke en meest gunstige resultaat. Deze gevangenen zitten als het ware gevangen in hun eigen redenering. Beiden wantrouwen de ander uit vrees dat de ander hem zal benadelen, wat tot gevolg heeft dat samenwerking wel het laatste is waar ze beiden aan denken. Ze gaan dus allebei voor langere tijd de bak in dan nodig is [1] .

We zijn gevangenen van onze eigen standpunten

Wat in dit voorbeeld gebeurt, is ook wat er met het klimaatakkoord in Nederland aan de hand is. Eigenlijk zijn wij allen gevangene van onze eigen standpunten en voelen we ons geconfronteerd een kamp te kiezen in dit maatschappelijke dilemma. Zijn wij bereid om ons luie leventje op te geven en de kosten voor schade, emissies en afval op een transparante manier te verdelen en verrekenen in de goederen en diensten die we consumeren? Of kiezen we voor het tegenovergestelde? Wat voor nut heeft het als 17 miljoen mensen zich wat aantrekken van de milieuschade die wij toebrengen op dit hele kleine stukje Aarde?

De klimaatproblematiek is natuurlijk complexer dan het dilemma waar de twee gevangenen mee te maken hadden. Ook bij sociale dilemma’s gaat het om situaties waar een niet op samenwerking gerichte strategie dominant is en leidt tot kortstondig (individueel) gewin. Wat bij sociale dilemma’s speelt is de factor tijd. Op korte termijn lijkt er niets aan de hand, maar op langere termijn is het resultaat voor iedereen nadelig. Denk hierbij aan overstromingsgevaar en het ophogen met zandzakken van je eigen huis, ten opzichte van het gezamenlijk versterken van de dijken en het installeren van gemalen rondom een polder. Tot welke gevolgen deze benadering kan leiden, hebben we in 2012 gezien toen de orkaan Sandy grote delen van New York en omgeving onderwater zette en vooral de dure buitenwijken en steden langs de kust tot rampgebied maakte. Bij een gebrek aan collectief besef lijkt de noodzaak voor samenwerking ver weg, maar zal deze later duur betaald moeten worden.

Het vuurtje wordt nog verder opgestookt door politici en journalisten

Bijkomstig probleem in dat het vuurtje in verkiezingstijd nog eens verder wordt opgestookt. Het klimaatdilemma wordt handig gebruikt door politici, die het debat met (soms) oneigenlijke argumenten sturen om grote groepen twijfelaars hun kamp in te krijgen in de hoop door te mogen regeren. Wat dat betreft hadden de klimaattafels geen slechter tijdstip kunnen uitkiezen om hun ontwerp akkoord te presenteren. Kanonnenvoer voor beroepspolitici op links en rechts. Bijkomstig probleem zijn ook de horden journalisten die moeten vechten om het noodlijdend bestaan van hun krant, maar gelukkig hun eigen publiek kunnen toespreken via twitter. Zij liggen op de loer bij elke poging van toenadering of minste geringste teken van zwakte van een politicus. Een politicus buigt niet, die barst. De weerklank (retweets) en instemming (likes) van de op bloed uit zijnde journalisten zijn vele malen bevredigender dan welk armetierig loonstrookje dan ook.

Niemand wil uitgemaakt worden voor ‘gekke henkie’

Welke strategie heeft een politicus dan nog in verkiezingstijd? Terug naar de aloude standpunten lijkt een veilige optie. Dan heb je tenminste de trouwe achterban nog achter je staan. Dat nieuwe geluid moet dan maar even wachten. Of toch maar doorduwen, het ijzer smeden wanneer het heet is. Dat is de tactiek die momenteel op links wordt bedreven. Dat er een paar milieuorganisaties vroegtijdig zijn weggelopen van de klimaattafels is ‘collateral damage’, maar met de finish in zicht nemen we dat voor lief. De gulden middenweg is een derde alternatief, maar dan wordt je door beide partijen aangezien als gekke henkie, die willens en wetens meer belasting wil betalen. Die rol is onder andere weggelegd voor de nieuwe leider van D’66.

Wat er aan ontbreekt is de wil tot samenwerking en de moed van omstanders — de journalisten, bestuurders en de publieke opinie — om die wil tot samenwerking te prijzen en niet te bekritiseren of af te zeiken op sociale media. De kopstukken van nu zouden er goed aan doen de urgentie onder ogen te zien, dat klimaatverandering een feit is, niet te ontkennen. Die verandering is niet tegen te houden, niet op straat, niet in de rechtzaal, niet op twitter en dus ook niet in de Tweede Kamer. Vertragingstactieken ondermijnen de samenleving alleen nog meer, leiden tot ambiguïteit zonder dat het creatieve vermogen van mensen worden aangesproken.

De jeugd zal vragen of de leiders van dit land hun een toekomst kunnen geven

Om een uitweg te vinden uit het labyrint van dilemma’s is een strategie niodig die is gericht op samenwerking en een positief toekomstbeeld, niet op een onderhandelingsakkoord. De jeugd zal donderdag vragen of de leiders van dit land hun een toekomst kan geven, of dat zij in die toekomst tegen de puinhopen moeten aankijken, die zij — tegen veel hogere kosten — mogen opruimen omdat wij niet bereid waren de spreekwoordelijke dijken te versterken toen het nog kon. Het is niet voor niets dat de jeugd wegloopt met fantasierijke figuren als Elon Musk, het allerliefste later zelf een door de zon aangedreven auto willen rijden en zich aansluiten bij bedrijven en universiteiten die een positieve verandering teweeg willen brengen. Gebruik die creatieve, vooruitstrevende generatie en schets een toekomstbeeld waar zij hun creatieve geest en energie in kwijt kunnen. Geef die nieuwe technologische vernieuwing een plek in het onderwijs en laat die nieuwe generatie onderdeel uitmaken van die innovatie. Universiteiten zijn er al mee begonnen, beroepsopleidingen experimenteren met testlabs voor innovatief vakmanschap. De loper voor bedrijven ligt uit.

Een willekeurige buitenstaander zal deze Nederlandse discussie met verbazing aanzien: het gelukkigste volkje van de wereld achter de dijken moet dit dilemma toch wel samen kunnen oplossen? Maar in veel bestuurlijke kringen waart de tijdgeest van de 20e eeuw nog altijd rond, omdat we vastzitten in onze democratische instituties, onze fossiele energievoorziening en neo-liberale economische systeem. Door de kleinschaligheid, hoge dichtheid, kennisintensiteit en lange traditie van samenwerking is Nederland bij uitstek het land waar de transitie naar een nieuwe tijd kan worden gerealiseerd. We lopen eigenlijk al achter, maar hebben niettemin een meer dan goede uitgangspositie.

Wat het antwoord op de vraag van mijn tienerzoon was? Natuurlijk mag je naar het Malieveld. De jeugd heeft de toekomst, daar horen we niet lichtzinnig over te doen.

[1] Dit voorbeeld beschrijft hoe twee gevangenen, ieder afzonderlijk worden verleid een getuigenis af te geven dat de ander het misdrijf heeft gepleegd. Bij zo’n getuigenis kan gevangene A zich vrijpleiten, maar gaat gevangene B voor 3 jaar de bak in. Als ze elkaar wederzijds verraden, gaan ze allebei 2 jaar de bak in. De beste uitkomst voor beide gevangenen is als ze beide blijven zwijgen, want dan gaan ze allebei 1 jaar de cel in (op basis van een minder zware bewijslast). Door gevangenen voor dit dilemma te stellen, zal de gevangene eerder kiezen voor eigen belang en dus een belastende verklaring afgeven, in plaats van samen te werken.

--

--

Maurice Jansen
Maurice Jansen

Written by Maurice Jansen

Born, raised, living and working with Port of Rotterdam in my backyard.Dedicated to create, share knowledge and connect with port professionals around the world

No responses yet